KGU3 (Klassieke geschiedenis van De Uil 3)

“Beter laat dan nooit” met deze gedachte rondspokend in mijn hoofd begon ik aan dit verslag. Sinds september ben ik begonnen aan de studie geschiedenis op de universiteit Leiden. De mensen die denken dat het studentenleven alleen maar bestaat uit zuipen, zuipen… en zuipen hebben ongelijk. Niet dat ik elke bladzijde op mijn vingers natel, maar ik denk dat ik per week toch wel minstens driehonderd bladzijden geschiedenis moet lezen. Toegeven: het is veel meer dan op school, maar het is wel leuk en interessant. Interessanter om te lezen welke omvang de kern van de aarde heeft (aardrijkskunde) of om te lezen hoe je bij een lineair probleem het toegestane gebied moet uitrekenen (wiskunde). Vaderlandse geschiedenis, Algemene Geschiedenis van de Nieuwe Tijd, Middeleeuwse geschiedenis en Oude Geschiedenis zijn de vakken waar ik me het afgelopen half jaar mee bezig heb gehouden. “Elke geschiedenis is toch oud” zullen sommige mensen zeggen die denken dat ze grappig zijn; valt me nog mee dat ik dat thuis nog nooit heb gehoord. Oude geschiedenis gaat over de klassieke oudheid die omstreeks 700 begon. Dit tijdperk noemt men vaak als het allereerste begin als het gaat om de geschiedenis, maar de aarde ontstond 4.560.000.000 jaar geleden. Net zoals we met Oude Geschiedenis ergens middenin de geschiedenis erin stappen, wil ik ook nu graag er middenin stappen. 13 oktober 2008; de eerste wedstrijd van het schaakseizoen 2008-2009 voor de Uil 3. Wordt dit het begin van een nieuwe periode in de Uil-geschiedenis? Tot nu toe is de Uil niet zo bekend in Nederland. Misschien dat wij daar verandering in kunnen brengen. “Speel je niet eens in de Uil 1?” vroegen mensen van de schaakclub en andere schaakclubs wel eens aan me. Zuchtend van vermoeidheid en geïrriteerdheid vertelde ik dan maar weer eens dat ik liever speel bij een team met teamgenoten van mijn leeftijd, dan in een team waar ik de gemiddelde leeftijd drastisch omlaag trek. Dat ik dan tegen minder goeie speel, maakt me niet eens zoveel uit. Ik ben nou eenmaal niet een Judith Polgar die op dezelfde leeftijd wellicht mannen versloeg die minstens drie keer zo oud waren als zij. Om een lang verhaal kort te maken: ook de competitieleider van de klasse waarin we dit jaar wilden gaan spelen, viel het op dat ‘sommige’ mensen wel een erg hoge rating hebben in vergelijking met bijvoorbeeld het tweede team. Hiermee voelde ik me meteen aangesproken en ik reageerde dan ook op het mailtje dat we van hem kregen. Anderen voelden zich ook aangesproken en die reageerden iets minder netjes dan ik. Na een hoop digitaal heen-en-weer-geschreeuw en soms wat gescheld moesten wij onze excuses maken. Zo gebeurde het en na de benodigde dispensatieaanvraag konden wij eindelijk de startblokken bestijgen.

De Uil 3 – S.C. Aalsmeer 2

“Oudekerk” schreef ik op mijn allermooist en draaide toen mijn notatieboekje naar de jongen met de bruine ogen toe. “Schreef ik je naam zo goed?” vroeg ik hoopvol aan hem. “Nee” lachte hij en schreef met een lelijk handschrift zijn naam op. Bart Auee heette hij en ik schat dat zijn leeftijd ongeveer 15/16 jaar was. Vol moed ging ik de partij in. De hele tijd stond ik beter totdat ik ineens een pion verloor. Net zoals Napoleon bij Waterloo nog met zijn laatste krachten ten strijde trok, zo probeerde ik nog wat van de partij te maken. De beroemde slag bij Waterloo vond plaats op 18 juni 1815. De nacht ervoor had het keihard geregend en de löss-achtige grond veranderde in modder. De eerst zo fijne stelling op mijn schaakbord sloeg ineens om in een bloedbad. Eerst gaf Napoleon bevel om de oostflank van de Geallieerden aan te vallen. Bart Auee trok eerst ten strijde op de dameflank. Aanvankelijk konden de Engelsen de aanval nog wel weerstaan, maar uiteindelijk moesten ze zich terugtrekken. Ook ik wist me wel staande te houden in de aanval, totdat ik me terug moest trekken. Daardoor wist mijn tegenstander een pionnetje voor te komen. Mezelf vergelijkend met Napoleon begon ik op het einde nog een stormloop met mijn g-en-f-soldaatjes naar de overkant, maar het mocht niet meer baten. Een dikke nul moest ik incasseren. Op het tweede bord kon de toeschouwer een alternatieve variant van de Slag bij Waterloo zien. Deze keer wist Napoleon – in de persoon van Marcel Bolhuis – de vijandige legers van zich af te houden. Waar het in een oorlog eindigt met een ‘staakt-het-vuren’ eindigde deze strijd in remise. Zowel Nico van der Plas als Ronald van der Linden namen wraak voor het afgelopen seizoen. Met overmacht wisten zij hun vijanden de keel te smoren. Pim van der Aar trad ook in de voetsporen van de onoverwinnelijke Napoleon en vloerde zijn tegenstander met gemak. De laatste drie infanteristen hadden niet zoveel strijdlust meer en namen genoegen met remise. Van deze laatste drie spelers verdient Martin van Eeuwijk wel een eervolle vermelding; tegen een speler met ruim 250 elo-punten meer is deze prestatie niet niets. Zoals Napoleon zijn loopbaan goed begon met een bliksemsnelle overwinning op Italië, waardoor de Franse burgers alle vertrouwen in hem kregen; zo begonnen wij dit seizoen goed met een 5-3 overwinning op Aalsmeer en wellicht dat de schaakclub daardoor weer vertrouwen in ons kreeg.

Santpoort 4 – De Uil 3

“Shit hè, waarom knippert Ad toch zo met zijn lichten?” zeurde mijn broer geïrriteerd. We waren net aanbeland bij een kruising in Velserbroek toen de auto van Ad allemaal lichtsignalen begonnen uit te zenden. Naar eigen zeggen kwam dat omdat zijn auto zo’n beetje naar de knoppen was, maar ik ging er op dat moment er van uit dat wij gewoon verkeerd reden en dat Ad het op deze manier duidelijk wilde maken. “Keer maar aan” verzuchtte ik een paar minuten later toen Ad nog steeds knipperlichtend achter ons reed. Zo deed mijn broer, maar gek genoeg reed de andere auto gewoon rechtdoor. Daarna besloten we om toch door te rijden en dat bleek de juiste beslissing te zijn. Drie kwartier waren verstreken sinds ons vertrek vanaf de Hoeksteen, maar eindelijk waren we dan op onze eindbestemming. Drie mensen van ons team hadden helaas af moeten zeggen en dus werd de noodtoestand uitgeroepen. Wat ertoe leidde dat ik toch speelde, ondanks dat ik de volgende ochtend veel te vroeg op moest. Om gelijk maar met mij te beginnen. Om het mij makkelijk te maken mocht ik vandaag op bord 3, maar het bleek nog niet zo makkelijk. Mijn tegenstander was een jonkie, waardoor ik meteen op mijn hoede was. “Weer van een jongere verliezen, laat ik me dit keer niet gebeuren” schoot het door mijn hoofd. Ik dacht extra lang na om maar geen fouten te maken, terwijl Bas Haver de ene zet na de andere uit zijn hoge hoed toverde. In een Scandinavisch gambiet won ik een pion, wat de naam overigens al doet vermoeden. De bedoeling van een gambiet is namelijk dat je een pion weggeef in ruil voor activiteit. Activiteit kreeg mijn jonge tegenstander zeker wel, maar toch raakte hij achter in de ontwikkeling. Waar ik rokeerde zette hij een paard voor de tweede keer in de opening en even later moest zijn koning uitwijken naar f7 waar ik hem op verschillende manieren schaak kon zetten. Overigens leek het er even op dat de partij in Bas’ voordeel uit zou pakken, want als hij op zet 16. Ld3. had gespeeld, gevolgd door 17. Lxd3 - Pxd3 dan had het er al veel rooskleuriger uitgezien. Uiteindelijk maakte ik een einde aan het bloedbad door gebruik te maken van de vele mogelijkheden om hem schaak te zetten. Op zet 24 was het eindelijk zo ver: Ik zou een stuk gaan winnen! In blijde verwachting wachtte ik op zijn zet, maar die kwam er niet. Mokkend liep het kleine jongetje naar een man waarmee hij begon te smiezen. “Denkt hij dat ik remise aan ga nemen?” vroeg ik me verbaasd af, maar hij bleek te vragen of hij op mocht geven. Dat mocht. Wit: C.C.R. Grannetia; Zwart: Bas Haver. 1.e4 d5 2.exd5 Pf6 3.d4 c6 4.dxc6 Pxc6 5.c3 e5 6.De2 De7 7.dxe5 Pxe5 8.Le3 Lf5 9.Db5+ Pfd7 10.h3 b6 11.Le2 a6 12.Dd5 Td8 13.Pf3 f6 14.0–0 Pc5 15.Lxc5 bxc5 16.Db3 Pd3 (diagram 1) 17.Lxd3 Txd3 18.Te1 Le4 19.Pbd2 f5 20.Pxe4 fxe4 21.Da4+ Kf7 22.Txe4 Db7 23.Dc4+ Dd5 24.Pe5+ (diagram 2) 1-0

Diagram 1: Ld3 is hier beter Diagram 2: Met een stuk minder speelt het minder prettig en daarom gaf mijn tegenstander op

Ronald van der Linden speelde tegen Daan Haver; het tweelingbroertje van mijn tegenstander. Helaas bleek dit jonge blondharige jongetje te sterk voor Ronald. In een Aljechin ging het al vroeg in de opening mis. Op zet elf kwam Ronald op een kwal achterstand door dxe4 te spelen waarna het voor de hand liggende Dxh8 volgde (diagram 3). Toen de beide heren bij zet 28 waren aanbeland kon Ronald plotseling zijn kwaliteit terugwinnen (diagram 4). “Je kon toch die slaan?” vroeg ik later, maar naar eigen zeggen was dat geen goede optie, omdat het verlies dan wel heel erg dichtbij zou zijn door de pion achterstand. Of hij niet had verloren als hij die toren op c1 had geramd kunnen we tot op de dag van vandaag blijven betwisten, wat je goed kunt vergelijken met de hedendaagse discussie of de Tweede Wereldoorlog niet zou zijn uitgebroken als Duitsland niet zoveel herstelbetalingen had moeten betalen.

Diagram 3 Diagram 4

“Opa does it” benoemde Nico van der Plas deze match later. Vol trots schreef hij ons in een mail dat hij het had gedaan, waarbij hij zichzelf de bijnaam Opa gaf (refererend aan zijn leeftijd). Daarnaast kwamen nog de termen “zelfbestuiving” langs op mijn beeldscherm waar het ging over Tilly. Tilly moest tegen een jongetje van veertien, die ze bij hoge uitzondering niet wist in te pakken. Hij lied zich niet afleiden door het meisje achter het bord en liet zijn ogen enkel soms op de mooie uil-polo rusten, die wij deze wedstrijd voor het eerst droegen. Als ik Nico moet geloven zat er minstens een remise in voor Tilly, maar helaas wist ze dat niet waar te maken. Onze invallers scoorden ½ uit 3. Sander wist als enige de eer van invallers enigszins te redden; Sam en Richard verloren genadeloos. Sander had overigens verder dan remise kunnen komen als hij die paardenvorkjes had gedaan, die erin zaten. Richard stond al snel achter, maar hij bleef “als een echte Grannetia” (Ad) knokken. Hoofdschuddend stond ik achter zijn bord te kijken hoe hij een aantal keren terug had kunnen, maar hij was al te ver heen. Na een aantal ongelukkige zetten gooide hij de handdoek in de ring en konden we toch nog redelijk op tijd naar huis. Want ondanks dat zijn autoklok 0:00 aangaf, was het pas iets over elven toen we thuis aankwamen. Pim stond een pion voor, maar wist het helaas niet af te maken. van hem kreeg ik onderstaande stelling, waarvan ik echt niet weet wat ik ermee aanmoet. Volgens mij is het de stelling waarin Pim nog wel had kunnen winnen. Kort gezegd kwam het er nu op neer dat we deze wedstrijd met 5-3 hadden verloren. Meer woorden maak ik er liever niet vuil aan.

De Uil 3 – Kennemer Combinatie 11

Onder het motto “de eerste consumptie is voor de gast” begonnen we op 1 december aan de derde externe wedstrijd van dit seizoen. Peter de Haas verloor zo snel als een haas. Treffender kan ik het haast niet zeggen. “maar daarna was het enkel het jeugdige de Uil 3 -gehuld in fraaie shirts- dat de klok sloeg” zoals Ad triomfantelijk in zijn mail uitriep. Deze keer brachten de mooi donkerblauwe polo’s waarop op de voorkant een uil pronkt en op de achterkant met vetgedrukte letters de naam van ons team staat. Tilly wist deze keer haar tegenstander voldoende af te leiden om een puntje te incasseren. De afwikkeling naar het eindspel was voor Stefan een moeilijke onderneming, maar eenmaal aanbeland in het eindspel gaf de kwaliteit de doorslag. De kleine man met de grote mond wist het deze keer voor zichzelf waar te maken. Het bord van Ronald stond in vuur, maar ook hij wist een “kwal” buit te maken. Nu stond het 3-1 voor ons. Driemaal is scheeprecht en dat bleek ook deze keer weer waar te worden: de overige partijen wonnen mijn mede-teamgenoten. Tegen middernacht wisten ook Nico, Pim en ik (Claudia) ons voordeel in goud te veranderen. Wat alchemisten al eeuwen niet lukt, lukte ons op deze ene avond. Terwijl ik naar huis ging, was Marcel nog druk bezig achter het bord. Naar wat ik zag stond hij minder goed, maar toch wist hij zijn tegenstander te vloeren door een dodelijke aanval in te zetten. Op deze klinkende 7-1 overwinning moet natuurlijk gedronken worden en laten we volgende keer weer onze polo’s aandoen, want ik ben er nu al emotioneel aan gehecht! © Claudia Grannetia